Deze week op “Capriolen”, uitzonderlijk een stukje niet geschreven voor mezelf, maar wel door Xavier Meulders.
“Catriolen” is een gastcolumn van Filou Meulders, kat van Xavier Meulders, de meest hilarische poes op het westelijk halfrond, die praat met een sappige tongval, guitige zinspelingen en kennis van zaken.
CATRIOLEN
met Filou Meulders
door Xavier Meulders
18 oktober 2014
Men zegt wel eens dat honden baasjes hebben, terwijl katten beroep kunnen doen op een uitgebreide en bereidwillige ploeg personeel. Dat is wat mij betreft niet anders. Meer nog: ook ik zou, net als vele andere feliene soortgenoten in dit land, liever baasjes hebben dan personeel.
Want vergeet maar al uw romaneske voorstellingen van butlers in rokkostuum die gedienstig een kopje lauwe melk op een zilveren schaaltje presenteren en hoofs schuddebollend ‘yes, Madam!’ en ‘at once, Madam!’ articuleren. Dat waren andere en betere tijden, toen honden nog de hele dag op bevel van hun baasje (sic!) de bossen werden ingestuurd om te jagen op een fazant, Syriëstrijder of ander losgeslagen wild terwijl poezemin ondertussen in de villa kon baden in luxe en weelde (in water baden wij immers niet zo graag, zoals u weet…)
Maar die tijden zijn helaas veranderd. Daar waar vroeger onvoorwaardelijke loyauteit en eerbied de kardinale deugden van iedere kattenbediende waren, hebben egocentrisme en luiheid deze eeuwige Ordo Virtutum ondersteboven gekeerd. Het begint al bij het feit dat het hedendaags personeel een gedetailleerde functiebeschrijving opeist waarin staat wat van hem of haar wordt verwacht: eten geven, de kattenbak reinigen en van tijd tot tijd een aaitje geven; dat willen ze nog doen. Maar toen ik (oké, misschien iets té opdringerig…) vroeg om mijn weledele achterwerk te verschonen, was dat teveel gevraagd. Of denkt u soms dat wij, katten, met plezier voortdurend onze staart onder uw neus schuiven? In ieder geval: wat vroeger blijkbaar doodnormaal was aan het hof van koning Lodewijk XIV, is vandaag volkomen taboe geworden.
Een manifest gebrek aan respect is wat deze hedendaagse personeelsgilde eveneens zo karakteriseert. Twee exemplarische voorbeelden: als ik languit in de zetel wil liggen (en ook al is die zetel minstens vijf keer zo lang als mijn lichaamslengte, en zou ik best discreet op het randje kunnen gaan liggen, toch lig ik PER DEFINITIE in het midden van de sofa) dan dient het personeel mij daar ook gewoon te laten liggen. Punt. Neen, het interesseert me niet dat je overdag nog naar een andere werkgever bent moeten gaan om in tijden van crisis de rekeningen nog te betalen, noch dat er een of andere dom politiek programma met Ivan De Ladder en zijn Tanghe bezig is op tv, ik wil gewoon met rust worden gelaten! Maar neen, in plaats van mij mijn welverdiende rust te gunnen, word ik bij m’n nekvel van de zetel gegooid, en moet ik me wringen in een veel te krap mandje op de vloer. Opgerold. Als een criminele bende, bah!
Het tweede voorbeeld dat ik u zal geven tart gewoon alle verbeelding. Zoals iedere obese vetbol op vier poten heb ik ‘s ochtends hallucinante vreetbuien gezonde kat heb ik bij het ochtendgloren trek in een voedzaam en evenwichtig ontbijt. Beleefd doch ietwat ongeduldig sta ik dan ook rond een uur of acht te wachten aan mijn kommetje, en neemt mijn krullende staart de vorm aan van een toepasselijk vraagteken: kan ik nu alstublieft ontbijt krijgen? Maar niets van dat hoor! Neen, in plaats van mijn persoonlijke blikken trommel krokante mini-donuts uit de kast te halen, wordt brood, boter, kaas, confituur en andere vegetarische prak die roofdieren zoals ik nooit ofte nimmer eten op tafel gezet… en begint mijn personeel zélf te ontbijten! En ik, hun eigenste superieur en opdrachtgever, kan intussen maar in een hoekje staan wachten tot zij gedaan hebben. Ik heb al dikwijls overwogen om dan maar uit pure ellende muizen te gaan vangen om toch alvast iets te eten te hebben, maar… dat… nooit!!! Een kat met personeel dient haar waardigheid te behouden!
Het ergste van al is dat ik dit zootje ongeregeld dan ook nog eens moet betalen. Niet dat dat het probleem is: ik zet het hen immers graag betaald! Dat doe ik onder meer door te knauwen, luid te snurken terwijl er een film speelt op tv of door op ontiegelijk vroege uren mijn personeel te wekken door op hun slapende lichamen te springen. Maar die ontrouwe bediendes blijven niettemin morren en zeuren: ze hadden ze onlangs het lef om meer voordelen in natura te eisen, zoals een verhoogde aaibaarheidsfactor (bah!) en meer lieve tongzoentjes op de neus (walgelijk!). Indien ik niet op die eisen inga, dreigen ze met vakbondsacties en trekken ze zelfs naar het bevoegde par(as)itair comité om hun grieven kracht bij te zetten. Maar ik zeg het voor eens en altijd: het moet maar eens gedaens zijn met die syndicale roodzooi!
Zo ziet u, beste lezer, waarom het dus niet altijd voordelig is om personeel in dienst te hebben. En dan heb ik u zelfs nog niet verteld over mijn kreupele rechterachterpoot die bijna volledig verlamd is door de zware loonkosthandicap, of die vreselijke belastingcontroleur die al meermaals op mijn staart getrapt heeft met zijn zware aanslagvoet. Neen, geef mij dan toch ook maar liever baasjes. Of beter nog: keukenchefs, want intussen zijn mijn ondergeschikten reeds zonder mij aan het avondeten begonnen; de rotzakken!
Voor meer hilariteit op vier poten:
Dagelijkse moppen over de actualiteit: https://www.facebook.com/pages/Filou-Meulders/579793098815998
Wekelijkse strip: https://www.facebook.com/filouspits