Mamapriolen

Op 17/03/2020 om 13u17 werden Kevin en ik ouders van een dochter, Joanna. Overdonderd door liefde en verpletterd onder de verantwoordelijkheid, gingen we samen het grote avontuur der ouderschap aan.

Wat hebben we geleerd ondertussen?

1. Baby’s geven niet over, ze kotsen niet, maar ze “geven terug”. Zo van: “hier mama, ik geef u terug uw half-verteerde en hierdoor zuur en brokkelig geworden moedermelk, die gij met bloed, zweet, tranen en slaaptekort hebt geproduceerd en die ik 10min geleden uit uw gekloofde tepels heb gezogen, ik geef het u terug op uw T-shirt dat toch al vol hangt met gespuug en chocovlekken, veel plezier ermee”.

2. Bij borstvoeding geven, worden uw borsten opeens publiek bezit. Vanaf de baby geboren is, zit elke helpende hand ook aan uw borsten en meer bepaald uw tepels. Om de baby te helpen aanhappen, om er melk uit te duwen, om zalfjes te smeren, om kleur en vorm na te kijken, … Vanaf dag 3 in het ziekenhuis had ik dan ook alle schroom overboord gegooid en zat ik quasi permanent met mijn borsten bloot, want “tepels aan de lucht laten drogen” is een ding!

3. Baby’s moeten dagelijks extreem ongepast genoemde vitaminesupplementen krijgen. Elke dag moeten we “D-ixX Liquid” in Joanna’s mond spuiten. D-ixX Liquid. Zeg het nog eens, luidop. D-ixX Liquid. In de mond. Spuiten. Sinds Kevin deze verschrikkelijk miskleun van een medicatienaam opgemerkt heeft, moeten we altijd gniffelen als we de vitaminedruppeltjes moeten toedienen, maar voelen we ons tegelijk ook wel een beetje vies.

4. Als ouder ontwikkelt ge een ongezonde obsessie met de stoelgang van uw baby. Niet alleen hou ik het aantal plas- en kakapampers van Joanna nauwgezet bij in een app en maak ik mental notes over de kleur en consistentie van haar stoelgang, ik word ook regelmatig door allerlei geïnteresseerde zorgverstrekkers gevraagd naar deze ongetwijfeld compelling data. Het is daarom dat, wanneer Kevin de pamper ververst en verkondigt dat de kaka wat groenig ziet, ik hem onmiddelijk interpelleer teneinde te weten te komen of het nu groen, lichtgroen, groen/bruin of zwart/groen is.

5. Voor baby’s hebben ze een speciaal soort stof uitgevonden: “tetrastof” (of voor de Nederlanders: “hydrofiele stof”). Baby’s moeten blijkbaar worden omringd door tetrastof: in lappen, doeken, washandjes, … Ik verschiet ervan dat de D-ixX Liquid niet in een tetrazakje komt. Nooit in een pre-babyfase komt ge in contact met tetrastof, en ongetwijfeld nooit meer nadien. Tenzij dan wanneer ge jaren na de kinderen uit huis zijn ergens in een godvergeten hoekje onder een in jaren niet meer gebruikte (en nu nog enkel als kapstok dienende) hometrainer opeens een van de honderd destijds aangekochte tetradoeken aantreft. Een beetje zoals maanden na Pasen nog een half gesmolten chocolade-eitje vinden in de Duplobak of tussen de strips.

6. Vanaf het krijgen van een baby zit ge 24/7 binnen, maakt ge u zorgen over of mensen uw baby gaan besmetten, ziet ge uw vrienden en familie niet meer, lopen mensen in een straal van 1,5m om u heen als ge met de buggy op pad gaat, gaan de winkels dicht en begint iedereen mondmaskers te dragen. Of is dat enkel als uw baby geboren wordt aan de vooravond van de corona-lockdown?

“Vrijblijvend en ongebonden” (tradities)

Ik ben er altijd op een vreemde manier trots op geweest dat ik niet traditioneel ben opgevoed. Door mijn atheïstische, vrijzinnige en progressieve opvoeding dacht ik dat ik “vrijer” was. Ofzo.

De “tradities” van mijn opvoeding waren niet religieus, dogmatisch of geworteld in eeuwenoude praktijken. Onze tradities waren met de mama naar de markt op dinsdag, enkel de Disneyfilm “Fantasia”‘ kijken als we ziek waren, “papa’s puree” op zondagavond, de baas van het tv-kaske zijn als ge de boon had in de Driekoningen-taart, pannenkoeken eten en “Willow” kijken bij de oma, een snoepzak van Rayke op woensdag, de cassettes van “Samson & Gert” als we met de auto op reis gingen en koffiekoeken op zondag.

Maar de mama is er al lang niet meer, net als oma, Rayke, “Fantasia” als ik ziek ben, papa’s puree op zondag en muziekcassettes van “Samson & Gert”. Onze tradities waren maar tijdelijke en reeds vervlogen gewoontes.

De laatste weken werd ik geconfronteerd met anderen die wél tradities hebben. Diepgewortelde culturele tradities, die generaties lang gedeeld en gedragen worden door een hele familie of zelfs door een heel volk. Zulke tradities vervallen niet als mensen sterven, als familieleden in verschillende dorpen of zelfs landen wonen, als bepaalde muziekdragers uit gebruik geraken of als kinderen volwassenen worden. Zulke eeuwenoude tradities, waarvan de originele betekenis misschien helemaal geen belang meer heeft, zijn niet persoons- of tijdsgebonden en worden nog steeds samen beleefd.

Ik ben tamelijk traditieloos en dat voelt eigenlijk allesbehalve vrij. Het voelt een beetje eenzaam. Vrijblijvend, ja, en helemaal nergens aan gebonden.

Operatie 2.0: de revalidatie

“Have the operation”, they said, “It will be fun”, they said.

“Stay home for three weeks in a wheelchair” they said, “It will be like a vacation”, they said.

Na mijn tweede knieoperatie kreeg ik van chirurg Leren Vest Zomerse Blazer drie weken steunverbod, zodat het geopereerde kraakbeen in mijn knie kon genezen. Hij had mij op voorhand wel enigszins gewaarschuwd dat dit geen pretje ging zijn, maar ik had dit uiteraard (uiteraard) niet te serieus genomen.

Ik dacht er het mijne van. Ik had een rolstoel uitgeleend bij OZ, enkele Dr. Oetker pizza’s gekocht en een audioboek gedownload: ik was klaar voor mijn drie weken thuiszitten! Ik beeldde mij in dat ik drie weken thuis ging zitten chillaxen, gezellig bij de huisdiertjes, met eten bij de hand, liters Pepsi Max om binnen te gieten, met tijd om boeken te lezen, ja, zelfs tijd om boeken te schrijven! Ik zou vanalles kunnen doen dat ik al maanden uitstel: mijn belastingen invullen, e-mails beantwoorden, allerlei epische blogposts schrijven, zwart-wit documentaires over de Tweede Wereldoorlog zien, etc…

De realiteit bleek pijnlijk anders: ik moest drie weken lang in een godverdomse rolstoel zitten, waardoor mijn gat altijd extreem begon te zweten, aangezien het buiten een gezellige 25° was; tweemaal daags moest ik Tresor-cornflakes eten omdat ik geen vers brood kon gaan kopen; er moesten constant loodgieters langskomen voor een lek te repareren die uiteindelijk niet eens bij mij bleek te zitten (na het vierde en vijfde loodgieterbezoek verkondigde ik tegen iedereen die het horen wou “dat ik wel betere dingen te doen had”, waarna ik dan telkens besefte dat ik helemaal niks te doen had); ik moest een gehandicaptentaxi bestellen om naar de dierenarts te kunnen gaan met mijn konijn; ik botste elke dag met mijn voeten, knieën en ellebogen tegen elke mogelijke muur en kast, gezien ik niet bepaald een begenadigde rolstoelchauffeur ben; ik moest elke avond diepvriesmaaltijden eten want ik kon niet rechtstaan om te koken; ik moest wachten op bezoek om nog eens met mijn zwetend gat buiten mijn appartement te komen.

Al deze factoren zorgden ervoor dat ik niet bepaald zin had om boeken te lezen, boeken te schrijven, mijn belastingen in te vullen, e-mails te beantwoorden, zwart-wit documentaires over de Tweede Wereldoorlog zien, noch om allerlei epische blogposts te schrijven. In de plaats daarvan lag ik eigenlijk de hele tijd met mijn zwetend gat in bed naar YouTube te kijken samen met mijn kat.

Onderstaand filmpje geeft een waarachtig beeld van mijn revalidatie een doorprikt het “it will be fun”-denken dat sommigen onder u misschien ook koesterden. Blijf zeker kijken tot het einde want vanaf Dag 14 is het DOTA2-kampioenschap “The International 2014” afgelopen en komt u te weten welke doldwaze bezigheid ik daarna heb moeten bedrijven (meer “Dr. Phil”? misschien toch een boek lezen? spannend!).

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=3cK49qOAtl4&w=560&h=315]

Ten slotte anticipeer ik alvast op enkele vragen naar aanleiding van de bovenstaande meeslepende vertelling van mijn revalidatie:

  1. Hoe gaat het met zieke Yoko?
    Mijn konijn Yoko heeft drie weken medicatie gekregen en is er ondertussen helemaal bovenop, ze is terug haar vrolijke ondeugende zelf! Bobke was ook blij zijn vrouwtje terug te hebben, want anders moest hij zichzelf wassen.
  2. Naar aanleiding van de “Dr. Phil”-aflevering “Teen Mama Drama” die ik gezien heb: Did She Get Pregnant to Be on TV?
    Ja! Die vortige slet was nog maar 18 jaar en al zwanger en ze had dat keihard gedaan omdat ze altijd naar “Teen mom” keek op MTV! Tsssss!
  3. Naar aanleiding van de “Dr. Phil”-aflevering “My Husband, Pablo, and His Other Women” die ik gezien heb: hoeveel vrouwen had Pablo wel niet!?
    Pablo de vuile manhoer bedroog zijn vrouw met zeker drie minnaressen! Maar zijn vrouw had het uiteindelijk door en had samen met minnares nummer 3 een verzonnen dating profiel gemaakt en zo Pablo in de val gelokt want Pablo wou ook wel eens seksen met dat vals dating profiel, de leugenachtige sletterige slet!

Rayke: een eigenzinnige ode aan een eigenzinnige opa

Het begon allemaal met een tandartsafspraak en hondenkak aan mijn schoenen. Dik tegen mijn goesting fietste ik die avond naar de tandarts en daar zette ik, zoals de vorige keer dat ik daar kwam, mijn fiets tegen een plaatselijke boom. Deze keer had echter ook een hond zich recentelijk tegen deze boom gezet… om een drol te draaien. Nietsvermoedend stapte ik met mijn dunne katoenen schoentjes in het perkje bij de boom en zodoende tevens in een grote, gore hondendrol. Ik poogde deze smerigheid van mijn schoenen te wrijven – gebruikmakend van de eerder vermelde plaatselijke boom – maar verspreidde het vuile goedje gewoon nog verder over mijn schoen, voet, been en broek.

Ik wilde echter niet te laat komen op mijn afspraak, omdat dit slechts de tweede keer was dat ik bij deze tandarts ging en ik uiteraard een goede indruk wilde maken. Ik betwijfel echter serieus of dit gelukt is, aangezien ik die afspraak heb aangevangen door een kwartier mijn schoenen, voeten en been te zitten wassen in zijn klein tandartslavaboke, mij uitgebreid excuserend, en ondertussen zowel tranen als een schaterlach onderdrukkend. Een kwartier bleek echter niet genoeg om de hondenkak van mij en mijn kleren te verwijderen en dus nam ik mij, nadat de tandartsafspraak achter de rug was, voor om zo snel mogelijk naar huis te fietsen. Ook dit plan faalde: toen ik mijn fiets van de boom wilde losmaken, merkte ik dat mijn ketting er af hing. Met hondenkak op mijn schoenen begon ik aan de twintig minuten durende tocht naar huis. Maar toen begon het te regenen. En toen stortte ik in.

Compleet teneergeslagen, volledig doorweekt en hevig snotterend, kon ik maar één iemand bedenken op ‘t Zuid bij wie ik terecht kon met een kapotte fiets en hondekak op mijn schoenen: Rayke, mijn grootvader langs vaderskant. Enkele maanden eerder was hij van Aalst naar Antwerpen verhuisd, na een tiental jaar van weinig contact. Vóór het hondenkak-incident bleek het moeilijk om een nieuwe band met hem op te bouwen na zoveel jaren, zelfs nu hij zo dicht bij mij woonde. Maar de avond van de tandartsafspraak en de hondenkak aan mijn schoenen heeft het ijs serieus gebroken: die avond was zo beschamend, onnozel en tegelijk tragisch dat er sinds dan tussen Rayke en mij geen taboes of gène meer was. Hij had hondenkak van mijn schoenen gekuist en ik had geweend in zijn badkamer met mijn voeten in lauw water: in één avond hadden we ons zo hard als opa en kleindochter gedragen en had ik mij zo welkom en geliefd gevoeld, dat de gemiste jaren meteen vergeten waren.

Sinds die avond zag ik Rayke steeds regelmatiger en de laatste jaren gingen we elke week samen iets eten op ‘t Zuid, patatten in de Funky Soul Potato of pizza in Da Vinci. We lachten met Tess Goossens in “Celebrity Shock” wanneer ze een paard probeerde te bestijgen maar haar broek te strak was. Hij lachte met mijn flaters op mondelinge examens en met de onnozeliteiten van mijn huisdieren. En ik lachte met Rayke zijn straffe stoten. Zoals die keer toen hij in Park Spoor Noord in een hangmat was gaan liggen maar er niet meer uitgeraakte, waardoor hij er uiteindelijk “subtiel” had moeten uitrollen. Of die keer dat hij te enthousiast aan het fietsen was en in een haag was beland waardoor hij allerlei wonden had op zijn gezicht en handen. Of toen hij een van zijn handschoenen kwijt was gespeeld bij een bankautomaat en later, nadat hij die terug was gaan zoeken, bleek dat hij onderweg naar die bankautomaat zijn andere handschoen ergens onvindbaar had kwijtgespeeld; als gevolg daarvan heeft hij maanden koppig rondgelopen met één handschoen en zijn andere hand steevast in zijn jaszak; elke keer als ik hem zo zag lopen moest ik mijn lach inhouden.

Maar we praatten ook over serieuze dingen. Over politiek, over religie, over unief. Rayke vertelde over zijn jeugd, de oorlog, over zijn eerste vrouw, over papa als kind en over mama als zijn rechterhand in zijn zaak destijds. We praatten zelfs over mijn liefdesleven en over Raykes recente amoureuze escapades.

Uiteraard waren er ook enkele ergernissen. Zo bleef Rayke elke week koppig opermkingen maken over mijn “gebrek aan etiquette”. Bijvoorbeeld: “Sanne, ge moet niet heel uw colaflesje in een keer in uw glas gieten! Ge gaat da toch nie allemaal in ene keer binnenkappen, neem ik aan? Ge moet een deel in uw colaflesje laten!”. Ik kon dan weer heel ongeduldig worden wanneer ik voor de duizendmiljoenste keer aan Rayke moest uitleggen hoe ge een chatbericht verzendt (namelijk op ENTER drukken). Mijn technologische skills werden overigens wel meer in twijfel getrokken door Rayke; volgens mij geloofde hij in zijn laatste dagen nog altijd niet dat hij én iets kon zien dat hij had opgenomen én tegelijkertijd iets kon opnemen op zijn dvd-speler met harde schijf.

Maar wat ik het meeste zal herinneren, is hoe lief en vrolijk Rayke was. Hij was een levensgenieter in hart en nieren, hij kon smakelijk eten en drinken maar nog smakelijker lachen met zichzelf, hij had een soms luxueus leven achter de rug, maar kon kinderlijk blij zijn met kleine dingen, hij was doodeerlijk en principieel, maar tegelijk ook supergevoelig en vol medeleven, hij was gastvrij, vrijgevig en vaak dolenthousiast.

Hij was de allerbeste opa ter wereld en wat ik het meeste mis, is zijn gilmlach als hij de garagepoort opendeed en mij zag staan met mijn fiets. Die gilmlach was er zelfs als ik daar stond met een kapotte fietsketting, helemaal doorweekt en met hondenkak aan mijn schoenen.

brainstormen in een glas water

een tijd geleden hadden mijn broer en ik een lang gesprek over genetische manipulatie van embryo’s. na een diepgaande discussie van toch wel een half uur, beseften we beiden dat we eigenlijk helemaal niets wisten over genetische manipulatie, noch op de hoogte waren van de actuele stand van zaken. maar we hadden er al wel veel over nagedacht!

dit “nadenken in het ijle” is een kunst die ik wel vaker beoefen. het feit dat ik ergens absoluut niks van afweet, vormt totaal geen obstakel voor mij om een mening te vormen of een theorie te bedenken over het onderwerp in kwestie: het maakt het brainstormen net leuker! wanneer het nadenken niet beperkt wordt door enige kennis van zaken of de grenzen van de logia, komen namelijk de beste ideeën tot stand.

theorieën die gevormd werden in een luchtledig vacuüm (ontdaan van enige realiteit) dragen weliswaar steeds een bepaald risico in zich: het kan zijn dat deze ideeën al eeuwen bestaan. zo had ik, na het bekijken van een wielerwedstrijd of twee, enkele briljante ideeën om deze sport aanzienlijk te verbeteren. kleine wedstrijdjes binnenin de wedstrijd! koersen zonder oortjes! fietsen in modder! mijn sportievere wederhelft wist mij echter te vertellen dat deze ideeën reeds bestonden (tussensprints), reeds geprobeerd waren (nu terug koersen mét oortjes) of reeds een andere sport was (iets genaamd “veldrijden”). maar dit deerde mij niet! integendeel, hoe trots was ik wel niet toen ik hoorde dat ik – op de brute kracht van mijn hersenen alleen – net een populaire bestaande sport had uitgevonden? heel trots, let me tell you!

jeroen is echter minder enthousiast over mijn brainstormen in het ijle. zo kon hij mijn vernieuwende theorieën over het coachen van een voetbalteam niet appreciëren en vindt hij mijn pogingen om nieuwe dingen uit te vinden nutteloos, aangezien “alles al wel bedacht is geweest”. maar waarom zou ik in godsnaam mijzelf de zelfvoldaanheid ontkennen die ik krijg als ik ontdek dat ik net iets heb uitgevonden dat zo’n geniaal idee is dat het blijkbaar al is uitgevoerd?

zo zat ik gisteren op de trein en kreeg ik een fantastisch idee… het is rond en ge kunt het plaatsen onder een fiets of een auto en dan kan het rollen…!