11 jaar heb ik in Antwerpen gewoond, waarvan de laatste 4 jaar op een appartementje in de straat Kipdorp, gelegen in de studentenbuurt en bij de Rooseveltplaats. Het was een fantastisch appartement dat ik in een vlaag van post-break-up-ik-doe-nu-wat-ik-wil helemaal roos had geschilderd. Het was een zalige tijd: tussen de rozigheid , bomvol planten en bedjes voor Kali, met een eigen kamer voor de konijnen.
Ik heb jarenlang supergraag in Kipdorp gewoond. En de unieke buren heb ik er dan maar bij genomen. Maar soms, als ik terugdenk, vraag ik me af: woonde ik er graag ondanks de buren, of eigenlijk stiekem dankzij de buren? Er zaten namelijk enkele opvallende en smaakmakende figuren tussen.
Zo was er Rare Roepende Man.
Rare Man woonde op de verdieping onder mij en droeg bijna altijd een muts. Dat is nog niet zo raar. Wat wel raar was, was toen Kevin en ik op een avond Thaise wok aan het eten waren (want zo zijn we we, exotisch enzo) en Rare Man bij ons kwam aanbellen. Hij had op een bordje twee loze vinken liggen. Dat was al een beetje raar. Hij zei dat de elektriciteit in zijn appartement was uitgevallen en of wij zijn loze vinken konden klaarmaken. Ok, ik ben een vriendelijke buurvrouw, ik wil dat wel doen. In de microgolf, zei hij. Dat vond ik raar. Hij ging regelmatig twee loze vinken halen bij de slager op de Paardenmarkt en hij bereidde deze loze vinken altijd op deze wijze, in de microgolf, zonder groenten of iets anders erbij. Dat vond ik wel heel raar. Maar ok, no judgement, u vraagt, wij warmen twee loze vinken op in de microgolf. Ik vroeg of hij niet wilde binnenkomen tijdens het wachten. Nee, zei hij, maar of mijn poes wel mee op de gang mocht. Dat vond ik toch ook wel raar. Ik zei dat de poes niet op de gang mocht. Hij is dan zelf de hele tijd in de gang blijven staan. Ik vroeg hem naar zijn elektriciteitsprobleem en al snel bleek dat Rare Man nog helemaal geen stappen had ondernomen om zijn huisbaas of een elektricien te contacteren. Hij ging er kennelijk van uit dat het probleem zichzelf wel ging oplossen. Dat was toch ook wel raar. Enkele microgolfminuten later vertrok Rare Man met zijn twee loze vinken terug naar zijn appartement, om deze dan in de donkere en zonder iets bij op te eten.
Rare Man werd Rare Roepende Man toen hij enige tijd later bijna wekelijks totale wartaal begon uit te kramen, zo luid dat we het konden horen tot in ons appartement. Het leken wel schizofrene dan wel door drugs ingegeven woedeuitbarstingen tegen zichzelf. Ik weet niet of deze plotse acute zinsverbijstering te maken had met de twijfelachtige manier van het opwarmen van loze vinken, maar al snel bleek dat het niet ging ophouden. Het gebeurde overdag, ‘s nachts, in de zomer, in de winter, voordat de politie gebeld werd, nadat de politie gebeld werd. Het was moeilijk om er enige logica in te ontwaren, maar triggers leken toch het nieuws en dan vooral Martine Tanghe.
Buiten deze roepopwellingen, die zich enkel afspeelden als hij alleen thuis was in zijn appartement, was Rare Roepende Man perfect normaal in de omgang, als we hem bijvoorbeeld tegenkwamen bij het buitenzetten van de vuilzakken ofzo. Het random roepen was echter dermate hallucinant dat de buren er bijna zo krankzinnig van werden dat we zelf nog twee loze vinken van de Paardenmarkt zouden gaan opwarmen in de microgolf en ze zonder iets bij gingen opeten.
Op stok in Kipdorp, nog to come:
- De prostituee en de vampierenvoodoo
- De ster van “Star Academy”
- “Lange Rik” en de Rode Duivels merch
- De seksende kotstudenten aan de overkant
- De kuisende kotstudente aan de overkant