gisteren behaalde ik na vijf jaar zware en soms niet zo zware inspanningen mijn masterdiploma rechten. maar een veel belangrijkere recente verwezenlijking is het (nogmaals) overstijgen van mijn reeds extreem hoge pijngrens. deze verwezenlijking heb ik bereikt door drie weken koppig yet enthousiast met een blijkbaar gebroken teen rond te huppelen.
het begon allemaal met een alledaags ongeluk. ik smoste zelfgemaakte hete pastasaus over mijn lichaam (linguine incluis) en hield aan dit ongeluk na enkele dagen nog slechts één ding over: een pijnlijke teen. al snel werd wandelen zonder te vallen een nog meer onmogelijke opgave dan usual en maakte ik meermaals per dag gewag van mijn helse teenpijnen. de persoon die normaalgezien mijn “betere helft” zou moeten zijn, impliceerde al snel dat ik overdreef en meende dat het simpelweg een “kneuzing” was. dit maakte mij uiteraard – uiterààrd – nog meer gedreven om de pijn te verbijten en versterkte mij in het idee dat ik een echte vechter was die ongeziene pijnen kon verdragen. “i laugh in the face of pain!”, dacht ik telkens bij mijzelf wanneer ik na tien meter pijnlijk wandelen heldhaftig mijn tranen wist te bedwingen.
nu kan ik jeroen ook moeilijk kwalijk nemen dat hij dacht dat ik een melodramatische versie gaf van mijn werkelijk fysiek ongemak. het feit dat ik enkele dagen na mijn alledaags ongeluk ervan overtuigd was dat ik het slachtoffer was geworden van een zeldzame vorm van teenkanker, zal wel hebben bijgedragen aan zijn wantrouwige houding.
na een moedig gedragen drie weken van helse teenpijn (en intussen voet- en enkelpijn), besloot ik dan toch het advies van mijn huisdokter te volgen en een foto te laten nemen van de teen in kwestie. voor teenpijnlijders is het sint-vincentiusziekenhuis trouwens toch niet echt goed uitgerust: pas na een dikke twee kilometer wandelen, kwam ik aan bij de afdeling radiologie alwaar de foto genomen werd. na een tijdje werd ik door een dokter een kamertje binnengeleid, een beetje zoals in die aflevering van “sex and the city” waar samantha zich laat testen op hiv en ze vreest in het “kleine kamertje” geroepen te worden waar altijd het slecht nieuws gegeven wordt.
nadat ik nogmaals mijn alledaags ongeluk uit de doeken deed en voor de zoveelste keer de reactie “wat een eigenaardig verhaal!” kreeg, wist de dokter mij te vertellen dat mijn teen gebroken was. een breuk van wel 10 meter! ok, da’s niet helemaal waar, maar het was wel een vrij spectaculaire breuk! een stuk van mijn groteteenbotje is blijkbaar gesneuveld in “de strijd der hete pastasaus 2011”. in tegenstelling tot wat een normaal mens zou verwachten, werd mijn heldhaftig gedragen lijden van de voorbije weken mij bovendien niet in dank afgenomen, want het bot was er nu deels terug aangegroeid op een ietwat onconventionele wijze (niet in het gips).
bij de afdeling orthopedie werd ik nog een keer ondervraagd over mijn pastaverhaal, wat opnieuw uiterst vreemd werd bevonden. de dokter stelde vervolgens voor om mijn pijnen te verlichten door mijn voet tot aan de knie in te gipsen. als doorwinterde pijnverbijter zag ik dit uiteraard niet zitten. nu opgeven!? na drie weken van het verleggen van mijn reeds uiterst hoge pijngrens!? nee danku. (ook moet ik volgende week beginnen werken en zo’n gips is toch niet zo handig naar het schijnt, maar dat was slechts de secundaire reden!). zo gezegd zo gedaan, en er werd mij – naast een medaille van heldhaftigheid – orthopedisch verantwoord schoeisel aangeboden.
en daarom trek ik volgende week naar de raad voor vreemdelingenbetwistingen met één voet in minnetonka’s en één voet in een post-operatieve orthopedische schoen. en met mijn medaille van “heldhaftigheid zoals bewezen in de strijd der hete pastasaus 2011” rond mijn nek.
(zoek de breuk waar mijn grote teen begint, langs rechts, op de grens met het “middenvoetbeentje”, daar is een donkergrijze vlek dat dus het afgebrokkelde en half-aangegroeide bot voorstelt)