LANG GELEDEN OP DEZE BLOG: liefdadigheid (deel 1). over hoe sanne het slachtoffer werd van liefdadigheid, en haar smoske kaas hierdoor vergezeld werd van een sausje schuldgevoel.
EEN MAAND GELEDEN OP DEZE BLOG: liefdadigheid (deel 2). over hoe sanne ook eens een poging deed tot liefdadigheid in brussel, maar dit eindigde in een pijnlijke afgang.
NU OP DEZE BLOG: liefdadigheid (deel 3). over hoe sanne nog eens een poging deed tot liefdadigheid, maar er in casu getwijfeld werd aan haar goede bedoelingen.
mijn kat is volslank. sommige mensen – *kuch* jeroen *kuch – vinden dat ik de waarheid niet moet verbloemen en noemen kali sinds enkele maanden smalend “chubby mc chubberson”.wat er ook van zij, kali moest van de dierenarts op dieet. sindsdien krijgt ze dieetvoedsel en verstop ik haar eten in dozen en speelgoedjes, om haar te laten “werken” voor haar brokjes. om die reden trok ik op een novemberse zaterdag naar de dierenwinkel (een soort candyshop voor mij, een winkel die ik niet kan verlaten zonder er aan 20 euro dierenspeelgoedjes te hebben gekocht, iets waar bovengenoemde harteloze kattenbelediger zot van wordt).
deze keer wilde ik voor mijn kat een grote snackbal kopen; hierin zou ik dan haar dagelijkse portie droge brokken stoppen. na het uitkiezen van de grootste snackbal voor honden, het uiten van vele “oohs” en “aahs” en het stiekem aaien van de konijntjes en hamsters die er verkocht worden, begaf ik mij naar de kassa. tot mijn verbazing werd er mij een grote zak hondenvoedsel aangeboden. gratis! (dit in tegenstelling tot het plastiek zakje dat nodig was om de grote zak hondenbrokken te kunnen dragen, waar ik dan wel een absurde 10 cent voor moest betalen). waanzinnig enthousiast als ik was over de free goodies, besefte ik pas tijdens het fietsen dat ik helemaal geen hond had en ik voor deze zware hondenetenzak werkelijk geen enkele bestemming kon bedenken.
dit todat ik mijn appartement naderde en het wassalon in mijn ooghoek zag. enkele weken daarvoorwas ik daar namelijk dik tegen mijn goesting de was aan het doen, zoals elke week, en kwam ik daar mijn buurvrouw tegen. ons gebouw – gelegen bij de ietwat louche rooseveltplaats – wordt voornamelijk bevolkt door indiërs, maar huist ook twee oude vrouwelijke sinjoren. elk zijn zij een verschillend prototype van het “oude vrouwtje”: de een* is namelijk extreem nors, superonvriendelijk en nogal vaak dronken; de andere* is extreem praatgraag, supereenzaam en heeft een chichihondje*. om vanzelfsprekende redenen kom ik geen van beide graag tegen in de gang: de ene blaft mij steeds af met sterke alcoholgeur in haar adem, de andere onderhoudt mij uren over de gezondheidstoestand van haar schoothond (steevast gevolgd door “maar tis nen braaaaaave zenne, ge moogt em aaien, jaaaaa tis nen braaaaaaave”).
de buurvrouw die ik tegenkwam in het wassalon betrof oud vrouwtje nummer twee, de vriendelijke hondenliefhebster. zij wist mij toen te vertellen dat zij eigenlijk thuis een wasmachine had, “een veel beter zelfs als dat in de wasserette”; ze kwam naar het wassalon puur voor het gezelshap, “om nog eens onder de mensen te zijn” zei ze. ik had moeite om geen traantje weg te pinken, want rondkijkend in het lege wassalon waar voornamelijk drugsverslaafden rondhangen, wist ik dat haar eenzaamheid schrijnend moest zijn om hier te komen zoeken naar een gezellige babbel.
aldus daar op mijn fiets – met het wassalon in mijn ooghoek – werd het idee geboren om mijn buurvrouw te verblijden met de gratis zak hondeneten: op die manier ziet ze nog eens iemand en krijgt ook haar hartedief wat aandacht. bij het aanbellen hoorde ik dat hartediefje al luidkeels blaffen en wanneer het vrouwtje de deur opende, besprong het shoothondje enthousiast mijn been (gevolgd door “tis nen braaaaave zenne, ge moet gene schrik hebben, tis nen braaaave”).
tevreden met mijzelf als ik was voor het bedenken van zo’n altruïstisch plan, legde ik het vrouwtje uit dat ik deze zak gratis had gekregen bij de dierenwinkel, maar dat ik geen hond had; “daarom dacht ik dat u die misschien kon gebruiken?” vroeg ik. het oude vrouwtje reageerde echter allerminst verblijd en antwoordde: “maar ik weet niet wat daar in zit he, ik ken dat merk niet”. geschrokken door deze koele reactie stelde ik voor dat ze het gewoon eens kon proberen, want ik kan er toch niks mee doen. zuchtend zei het vrouwtje “ale dan”, waarna de aap uit de mouw kwam: ze vroeg op licht geïrriteerde toon “hoeveel vraagt ge ervoor?”.
helemaal van streek door deze gratuite blijk van wantrouwen jegens mijzelf, probeerde ik te verduidelijken dat ik er helemaal geen geld voor wou, want ik had de zak zelf gratis gekregen en anders zou ik hem gewoon moeten weggooien. het vrouwtje besefte plots dat ze onterecht aan mijn goede bedoelingen had getwijfeld en nam de zak hondeneten alsnog in ontvangst. teleurgesteld in de maatschappij die ervoor heeft gezorgd dat zelfs altruïstische daden van empathie op wantrouwen stoten, stapte ik de lift terug in op weg naar mijn appartement. ik kon alleen maar besluiten dat oud vrouwtje nummer twee duidelijk teveel heeft opgetrokken met die norse trut van de derde verdieping.
* foto’s zijn van google (via de zoektermen “grumpy old lady”, “old lady with dog” en “chichi hond”) en zijn aldus géén foto’s van de mensen en honden waarvan sprake in deze post, maar hebben wel een treffende gelijkenis.
En nu maar hopen dat noch de norse dragonder, noch de chichi-madam, fan zijn van uwen blog ;-).
idd! zalig woord wel, “dragonder” :D. moet ik eens verwerken in een blogpost!
Als je nog eens een zak honden eten krijg en er iets goed mee wil doen: in de asielen hebben ze altijd nood aan voedsel (zowel voor honden als voor katten) manden, dekens, …
aha! goed om te weten!